Portaal:Middeleeuwen/Uitgelicht/11

De periode van de Hoge Middeleeuwen is een belangrijke in de geschiedenis van ]]West-Europa]]. In de wetenschap kwam de scholastiek op. In deze periode bereikten macht van de Rooms-katholieke Kerk en de paus een hoogtepunt. Er werd langdurig gestreden om de bevoegdheid tot het benoemen van bisschoppen, die evenals de paus zelf naast kerkelijke ook wereldlijke macht uitoefenden: de Kerk of de Duitse keizer. Dit noemt men de Investituurstrijd. In Duitsland regeerde het Saksische huis met onder andere Hendrik I, Otto I, en Otto III, later het Frankische huis met onder andere Hendrik III en Hendrik IV. In Frankrijk was Hugo Capet de stamvader van de Capetingen en alle andere Franse koningen na hem, tot 1789. Engeland werd in 1066 veroverd door Willem de Veroveraar, hertog van Normandië, waarmee een pril Angelsaksisch rijk een krachtige Franse overheersing kreeg, die tot de dag van vandaag sporen heeft nagelaten, niet alleen in Normandische kastelen en in het Domesday Book, maar meer nog in de Engelse taal. Na het jaar 1000 kwam er meer stabiliteit in het middeleeuwse Europa. Aan de invallen van de Vikingen, die lange tijd West-Europa hadden geteisterd, kwam een einde. In Spanje kwam de Reconquista tegen de islamitische Moren goed op gang. Door de verbeterende landbouwmethoden kon de bevolking gestaag toenemen. Talrijke nieuwe dorpen en steden werden gesticht. De bestaande, meestal door de Romeinen gestichte steden begonnen ook weer te groeien. Eveneens kwam de langeafstandshandel opnieuw op gang. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de reis van Marco Polo naar China. Vooral Noord-Italië, met de Repubbliche Marinare, en het graafschap Vlaanderen, met Brugge als knooppunt van de handel tussen Noord- en Zuid-Europa, groeiden in korte tijd uit tot rijke gebieden. Vanaf 1080 ontstonden de eerste universiteiten en werd vooruitgang gemaakt in kunst en architectuur. In deze periode werden de grote Romaanse en later gotische kathedralen gebouwd. Door de toenemende welvaart konden de rijkere en machtiger steden stadsrechten afdwingen.