Naar inhoud springen

Verzonnen middeleeuwen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Lignomontanus (overleg | bijdragen) op 11 mei 2007 om 12:27.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

De theorie van de Verzonnen Middeleeuwen (Erfundenes Mittelalter) (ook wel: Fantoomtijd-theorie genaamd) houdt in , dat ongeveer 300 jaar van de vroege Europese Middeleeuwen, namelijk de tijd van de 7e eeuw tot aan de tijd van Otto de Grote, zou zijn verzonnen door historici uit de latere Middeleeuwen.

De bekendste versie van deze theorie is afkomstig van de Duitse publicist Heribert Illig .

Volgens hem zou de periode van 614 tot 911 AD op verzinsels berusten. Illig probeert twijfel te wekken aan de belangrijkste Westeuropese en Byzantijnse bronnen over deze periode. Een Westeuropees koning, een paus en een Byzantijns keizer uit de 10e of 11e eeuw zouden belang hebben gehad bij het "verzinnen" van de geschiedenis van drie extra eeuwen. Als deze theorie juist zou zijn, zouden wij nu dus niet 20 eeuwen na keizer Augustus leven, maar slechts 17 eeuwen. Een vorst als Karel de Grote zou nooit hebben bestaan.

Professionele historici van de vroege middeleeuwen vinden het "bewijsmateriaal" dat Illig aanvoert voor zijn theorie uiterst mager, om een understatement te gebruiken.

Het enige positieve aan zijn theorie is naar hun mening dat deze onze aandacht vestigt op het feit dat onze kennis van veel perioden op een zeer beperkt aantal bronnen berust, zodat grote voorzichtigheid is geboden bij het aannemen dat alles wat er in staat wel juist is. De mogelijkheden om deze feiten te controleren door vergelijking met andere bronnen zijn namelijk zeer beperkt.