Naar inhoud springen

Insert (SQL)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RoboRex (overleg | bijdragen) op 8 okt 2005 om 12:23. (robot Erbij: cs)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Een INSERT-opdracht in SQL voegt een rij toe aan een tabel in een databank.

Basisvorm

Insert-opdrachten hebben de volgende vorm:

  • INSERT INTO tabel (kolom1, [kolom2, ... ]) VALUES (waarde1, [waarde2, ...])

Het aantal kolommen en waarden moet hetzelfde zijn. Als een kolom niet opgegeven wordt, dan wordt de standaardwaarde gebruikt voor die kolom. De waarden die bij het INSERT-commando opgegeven (of verondersteld) worden moeten aan alle constraints voldoen (zoals primaire sleutels, CHECK-constraints, en NOT NULL-constraints). Als een of meerdere constraints geschonden worden, dan treedt een syntaxfout op en wordt de nieuwe rij niet toegevoegd.

Voorbeeld:

INSERT INTO telefoonboek (naam, nummer) VALUES ('Piet Janssens', '555-1212');

Als er waarden gegeven worden voor alle kolommen in de tabel, dan mag een kortere notatie gebruikt worden waarbij de volgorde van de kolommen in de tabel moet aangehouden worden:

  • INSERT INTO tabel VALUES (waarde1, [waarde2, ...])

Voorbeeld (veronderstellende dat 'naam' and 'nummer' de enige kolommen zijn in de tabel 'telefoonboek'):

INSERT INTO telefoonboek VALUES ('Piet Janssens', '555-1212');

Zie ook