Graafschap Sayn
Sayn was een tot de Nederrijns-Westfaalse Kreits behorend graafschap binnen het Heilige Roomse Rijk.
Het graafschap Sayn onder het huis Sayn tot het uitsterven in 1246
In 1152 wordt de burcht Sayn in Bendorf bij Koblenz vermeld ter gelegenheid van de verwoesting door de aartsbisschop van Keulen. De burcht wordt echter al snel herbouwd. Voor 1231 verwerft graaf Hendrik III de heerlijkheid Vallendar. In 1246 sterft de dynastie met hem in mannelijke lijn uit.
Het graafschap Sayn onder het huis Sponheim tot de deling van 1294
Ten gevolge van het huwelijk van Gotfried van Sponheim (overleden 1220) met Adelheid van Sayn, Blankenberg, Lewenberg en Kreuznach valt het graafschap Sayn in 1231 aan Jan I van Sponheim (overleden 1277), die ook graaf is in het achterste graafschap Sponheim. Na zijn dood delen zijn zoons de twee graafschappen, waarbij Sayn aan Godfried (overleden 1283) komt. Godfried is gehuwd met Jutta van Homburg, waardoor de heerlijkheid Homburg met Sayn verbonden wordt. in deze tijd weten de graven de volledige landshoogheid te verwerven. Na de dood van Godfried in 1283 delen zijn zoons de bezittingen in 1294.
- Jan I erft het graafschap Sayn en de helft van de heerlijkheid Homburg
- Engelbert erft de heerlijkheid Vallendar en de andere helft van de heerlijkheid Homburg.
Het graafschap Sayn tot het uitsterven in 1606
In 1397 wordt het gebied onderworpen aan het keurvorstendom Trier. Door het huwelijk van graaf Gerard II met Elizabeth van Sierk-Menzberg worden Sierk en Menzberg verworven en door het huwelijk van graaf Sebastiaan met Margaretha van Limburg-Bruch worden in 1508 Limburg en Bruch geërfd. In 1561 wordt de reformatie ingevoerd. De tak Sayn sterft in 1606 met graaf Hendrik IV uit. De bezittingen vallen dan uiteen;
- Sierk en Menzberg vallen terug aan de leenheren, de keurvorst van Trier en de hertog van Lotharingen.
- Limburg en Bruch komen aan de graven van Daun ten gevolge van het huwelijk van Irmgard, een dochter van graaf Jan IV.
- Sayn en Freusburg komen aan de graven van Sayn-Wittgenstein ten gevolge van het huwelijk van Anna Elizabeth, een dochter van graaf Adolf met Willem van Sayn-Witgenstein. Het graafschap wordt niet verenigd met het graafschap Wittgenstein en Berleburg, want daar volgen de broers van Willem hun vader op.
- de burcht Sayn, die buiten het eigenlijke graafschap ligt, wordt door het keurvorstdendom Trier in bezit genomen.
Het graafschap Sayn van 1606 tot de deling in 1652
Tijdens de Dertigjarige Oorlog ontstaat er een chaotische toestand. In 1626 en 1637 bezet het keurvorstendom Trier het ambt Freusberg. Inmiddels is de tak met de minderjarige graaf Jan van Sayn-Wittgenstein-Sayn in 1636 uitgestorven. De beide minderjarige zusters van graaf Lodewijk zijn de erfgenamen. In 1637 bezet het keurvorstendom Keulen het ambt Hachenberg en de graaf van Sayn-Wittgenstein bezet in 1642 het ambt Altenkirchen. In de vrede van Osnabrück van 1648 wordt in artikel IV, paragraaf 36 de teruggave geregeld aan hun moeder, de gravin-weduwe, van: slot, stad en ambt Hachenburg en de heerschappij over het dorp Bendorf. In 1649 wordt deze bepaling uitgevoerd. In 1652 komen de burcht Sayn, het klooster Sayn, Stromberg, Mülhofen en Urmitz als terug gevallen leen aan het keurvorstdendom Trier. Altenburg en Freusberg komen terug aan de erfdochters. Vervolgens worden de bezittingen onder de twee zusters verdeeld.
- Sayn-Hachenburg: Hachenburg, Steinebach, klooster Marienstatt, burcht Froneck, Marienthal, Hamm, Flammersfeld, Birnbach.
- Sayn-Altenkirchen: ambt Altenkirchen, ambt Freusberg (Gebhardshain, Friedewald), Bendorf.
Lijst van regenten in Sayn-Wittgenstein-Sayn
regerend | naam | geboren | overleden | familierelatie |
---|---|---|---|---|
1606-1623 | Willem II | 14-3-1569 | 29-10-1623 | |
1623-1632 | Ernst | 5-1-1594 | 22-5-1632 | zoon |
1632-1636 | Lodewijk | 8-9-1628 | 16-7-1636 | zoon |
Het graafschap Sayn-Hachenburg
Na het uitsterven van het huis Sayn-Wittgenstein-Sayn ontstond er een lange erfstrijd tussen de erfgenamen en het keurvorstendom Keulen. Een zuster van de laatste graaf, Ernestine van Sayn-Wittgenstein-Sayn, was gehuwd met Salentin van Manderscheid-Blankenheim. Hun zoon Maximilian was van 1636 tot zijn dood 1675 graaf van Sayn-Hachenburg. Omdat deze graaf kinderloos was, vererfde het graafschap via zijn zuster Magdalena Christina van Manderscheid-Blankenheim, die gehuwd was met Lodewijk, burggraaf van Kirchberg. Het geslacht Kirchberg bleef in het bezit van het graafschap tot hun uitsterven in 1799 met Johannes Augustus. De erfgename was Louise van Kirchberg, wier vader Willem Georg van 1751 tot 1777 het graafschap had geregeerd. Louise was gehuwd met Frederik Willem van Nassau-Weilburg. Zodoende werd het graafschap verenigd met de landen van Nassau. Dit bleef zo tot de inlijving van het hertogdom Nassau door Pruisen in 1866. Op grond van een verdragvan 1790 werd de ban Maxsayn in 1799 aan Wied-Neuwied overgedragen. Dit om te voldoen aan de aanspraken van de nakomelingen van Karoline van Kirchberg, een zuster van de laatste graaf.
Het gebied van het graafschap bestond uit de stad Hachenburg, de voogdij Rosbach en de dorpen Alpenrode, Kirburg, Altstadt, Birnbach, Kroppach, Flammersfeld, Hamm, Höchstenberg, Schöneberg, de ban Maxsayn, Burbach (gemeenschappelijk met Nassau-Siegen) en de abdij Marienstatt.
Lijst van regenten van Sayn-Hachenburg
regerend | naam | geboren | overleden | familierelatie |
---|---|---|---|---|
1636-1661 | Ernestine, gravin van Sayn-Wittgenstein | 23-4-1626 | 13-10-1661 | zuster van Lodewijk van Sayn-Wittgenstein-Sayn |
1661-1675 | Maximiliaan van Manderscheid-Blankenheim | 30-4-1655 | 1675 | zoon |
1675-1715 | Magdalena Christina van Manderscheid-Blankenheim | 15-3-1658 | 9-10-1715 | zuster |
1715-1749 | George Frederik van Kirchberg | 3-3-1683 | 14-8-1749 | zoon |
1749-1751 | Willem Lodewijk van Kirchberg | 30-3-1709 | 18-2-1751 | zoon |
1751-1776 | Willem Georg van Kirchberg | 23-4-1751 | 7-2-1776 | zoon |
1776-1799 | Johan August van Kirchberg | 6-6-1714 | 11-4-1799 | broer van vader |
1799-1816 | Frederik Willem van Nassau-Weilburg | 25-10-1768 | 9-1-1819 | schoonzoon van Willem Georg |
Het graafschap Sayn-Altenkirchen
Na het uitsterven van het huis Sayn-Wittgenstein-Sayn ontstond er een lange erfstrijd tussen de erfgenamen en het keurvorstendom Keulen. Een zuster van de laatste graaf, Johannetta van Sayn-Wittgenstein-Sayn was gehuwd met hertog Jan Georg van Saksen-Eisenach. Hierdoor werd het graafschap verbonden met het hertogdom Saksen-Eisenach. Toen in 1741 het huis Saksen-Eisenach uitstierf, vielen de Saksische landen aan Saksen-Weimar, maar het graafschap Sayn vererfde via de dochter van de Johanetta, Eleonore van Saksen-Eisenach, die gehuwd was met Jan Frederik, markgraaf van Brandenburg-Ansbach. De laatste markgraaf van Branenburg-Ansbach verkocht zijn landen, dus ook Sayn-Altenkirchen in 1791 aan Pruisen. In 1802 stond Pruisen bij Reichsdeputationshauptschluss Sayn-Altenkichen af aan de vorst van Nassau-Usingen. Koning George III van Engeland deed toen ook afstand van zijn aanspraken, die hij op Sayn-Altenkirchen had als achterkleinzoon van Johan Frederik van Brandenburg-Ansbach. In 1815 bij het congres van Wenen stond het hertogdom Nassau het gebied weer af aan Pruisen.
Het gebied van het graafschap bestond uit de steden en ambten Altenkirchen en Friedwald en de ambten Freusburg en Bendorf.
Lijst van regenten van Sayn-Altenkirchen
regerend | naam | geboren | overleden | familierelatie |
---|---|---|---|---|
1636-1701 | Johanette van Sayn-Wittgenstein | 27-4-1632 | 28-9-1701 | zuster van Lodewijk van Sayn-Wittgenstein-Sayn |
1686-1698 | Johan Georg II van Saksen-Eisench | 24-7-1665 | 10-11-1698 | zoon |
1698-1728 | Johan Willem van Saksen-Jena-Eisenach | 17-10-1666 | 4-1-1729 | broer |
1729-1741 | Willem Hendrik van Saksen-Eisenach | 10-11-1691 | 26-7-1741 | zoon |
1741-1757 | Karel Willem Frederik van Brandenburg-Ansbach | 12-5-1712 | 3-8-1757 | kleinzoon van Elonore van Saksen-Eisenach |
1757-1791 | Alexander van Brandenburg-Ansbach | 24-2-1736 | 5-1-1806 | zoon |
1791-1797 | Frederik Willem II van Pruisen | 25-9-1744 | 16-11-1797 | geen |
1797-1802 | Frederik Willem III van Pruisen | 3-8-1770 | 7-6-1840 | zoon |